Wat zijn nou eigenlijk belangrijke etiquette bij het schaken in een extern team? Binnen KiNG 2 was deze discussie afgelopen weekend weer eens aanwezig en dus bij deze, verpakt in het verslag, wat wijze lessen die we hebben geleerd tijdens de verloren KNSB-wedstrijd tegen D4.
Op zaterdag 23 november werd er door 8 schaakgenoten afgereisd naar Dongen, waar D4, samen met DSC, hun thuiswedstrijden speelt. De bus van 10.41, 42 of 46, niemand wist het precies maar vier spelers waren in dezelfde bus beland. Genoeg tijd om naar bakkerij De Koning te gaan, maar over broodschakers hebben we het al eens gehad. Twee andere spelers hadden een bus van een half uur later en dan waren er nog twee zo verstandig om al die onduidelijkheden over bustijden over te slaan en met de auto te komen.
In ieder geval was iedereen keurig op tijd en kon rond 12.00 uur de match beginnen. Een goed uur later werd op het derde bord de vrede getekend tussen ondergetekende en Carlo Bloem. Carlo had het aanbod gedaan en ondergetekende wachtte even geduldig om bij interim-captain Ruben na te vragen of remise aannemen was toegestaan. “Eigen inzicht,” was de conclusie. Is dat uit beleefdheid? De eerste regel die we formuleren is als volgt:
Men geeft de speler die een remise-aanbod heeft gekregen, de mogelijkheid om naar eigen inzicht door te spelen, als het resultaat van het team nog totaal niet duidelijk is. Staan veel borden dusdanig slecht, dat de kans aanwezig is dat het team de wedstrijd verliest? Dan is het aan de teamcaptain aan te raden om de speler op dusdanige wijze te adviseren dat hij het remise-aanbod niet aanneemt. Is de kans groot dat er gewonnen wordt? Aannemen is het devies.
Gezien de stelling op het bord, werd het eigen inzicht vertaald naar het aannemen van het remiseaanbod. Uw verslaggever kon zo lekker uitrusten en achterover hangen en zien wat er zou komen.
Achterover hangen had Bram de dag voor de wedstrijd ook zichtbaar gedaan. Gulzig dat hij is, ging hij op zoek naar materiaalwinst met zijn dame. Wat vinden we gulzigheid achter het bord? We weten al dat in combinatie met voedsel, gulzigheid achter het bord niet op prijs wordt gesteld. Deze etiquette komt natuurlijk voort uit de wensen van onze voorzitter. Voor gulzigheid op het schaakbord zelf, moeten we echter even kijken naar het verdere verloop van de partij. Arie van Heeren had doorzien dat zijn pionnen giftig waren, want de dame van Bram werd ingesloten.
Men gaat niet op ontdekkingstocht met zijn stukken, als men niet terug kan vluchten bij nood.
Een wijze les voor Bram. Een andere etiquette-les konden we volgen op het zevende bord bij Kimberley. Het ging wat minder goed dan de vorige keren dat ze meespeelde. Er werd een tactisch trucje in de stelling gebracht door Hans Kriens, en de eventuele verdediging die er wellicht wat onlogisch uitzag, werd helaas niet gespeeld. Daardoor werd er een stuk verloren door een penning. Nu rees de vraag: Wanneer geef je op?
Bij sommige mensen staat opgeven niet in het woordenboek. Dat zijn doorzetters, die hebben het hart op de juiste plek, maar soms moet je even aan jezelf denken. Je hoeft geen lijdensweg af te leggen. Zelfs voor het team niet, als je geen compensatie voor een verloren stuk ziet, kun je opgeven. En of het netjes is?
Men geeft op in een kansloze stelling, tenzij de tegenstander een mooi matmotief heeft gevonden, dan laat je de tegenstander de mat uitvoeren, voor de schoonheid van de sport.
Het duurde even na deze partijen voor er weer een resultaat op papier kwam. Onze vaste supporter Bjorn was ondertussen ook toegekomen. Met een extra paar ogen, konden we goed in de gaten houden hoe eventuele volgende remise-aanbiedingen verliepen. De eerste die in ieder geval een remise-aanbod kreeg, was Maykel. Het precieze spelverloop van deze partij weet ondergetekende niet meer, maar tegen Wouter Jans werd er in eerste instantie gezegd dat er nog even doorgespeeld werd. Verstandig gezien de stand, en precies volgens de etiquette. Maar na nog wat zetten, was er toch geen spel te maken.
Soms luistert men naar de captain, maar doet men toch zijn eigen ding. Etherdiscipline is cruciaal voor de teamgeest. Als er echter ruis op de lijn zit, is naar eigen inzicht beslissen het verstandigst.
Ook op het tweede bord gebeurde de remise naar inzicht, maar wellicht niet zo zeer door een aanbod. Koen had een interessante opening tegen Marc Caluwe. Het leek er haast op dat een stuk werd ingesloten bij Marc, maar ondanks twee verschillende pogingen daartoe, wist Koen het stuk niet direct te winnen. Integendeel, er gingen wat pionnen verloren, wel voor extra spel. In het eindspel wat volgde, wist Koen alsnog het stuk te winnen, maar wel voor twee pionnen. Nou, u raadt het al. Een pion terugwinnen ging nog wel, maar een loper tegen een pion? Dat wordt remise. Ook met een toren op het bord voor beide partijen, is het waarschijnlijk remise. Hoe dat precies werkt is voor degenen die daarin geïnteresseerd zijn hier nog wat te lezen: https://www.schaaksite.nl/2013/08/19/eindspelfinesses-34-toren-loper-tegen-toren-1/
Ook hier kunnen we een etiquetteregel op noteren:
Men gaat voor remise, als het eindspel theoretisch remise is. Zeker als men laat klaar is en eventueel slechts de vijftig-zetten-regel de officiële beslissing kan brengen. We willen immers soms ook gewoon op tijd naar huis.
Ondertussen was op het eerste bord iets onfortuinlijks gebeurd bij Janko. Hij speelde een leuke partij tegen Robert Vossen, en er leek lang een prima kans op een mooi resultaat. Maar plotsklaps wist Robert de partij naar zich toe te trekken. Er werd eerst fraai een gat geslagen bij de koning van Janko, en in de tegenaanval van Janko die daarop volgde, ging een loper verloren. Hij dacht eeuwig schaak te hebben, maar dan had die loper wel op het bord moeten blijven. Al snel dacht Janko aan die ene etiquetteregel en gaf op.
Nog twee borden te gaan, maar als u heeft meegeteld, heeft het team al verloren. Wat betekent dat voor al die etiquetteregels? Is het dan nog van belang om te polsen bij de captain of je remise mag aanbieden of aannemen? Frank V. vond in ieder geval van niet. In een strakke partij met zwart, waarbij weinig spannends is gebeurd, verzeilde hij in een toreneindspel tegen Jolanda van de Ven. Het eindspel zag er wellicht optisch iets beter uit voor Frank, maar er werd van alles geruild en toen de torens van het bord gingen, zag hij er dan ook geen heil meer in.
Heeft het team al verloren? Zorg dan niet voor onnodige communicatie en kies voor zekerheid. Ieder punt, ook halve, is mooi meegenomen!
En dan hebben we tot slot nog Ruben. Ruben had het zwaar tegen Pierre Jaspers. Een flinke koningsaanval kreeg hij over zich heen, die tot verbazing van toeschouwers niet tot het bezwijken van Rubens koning leidde. Sterker nog, toen de zware stukken van het bord af waren, bleek Ruben een pion voorsprong te hebben. Kon hij de eer redden?
Ben je als laatste speler van het team bezig en staat het team nodeloos achter? Probeer er dan het beste van te maken.
Dat deed Ruben ook, maar het werd een ongelijk loper eindspel. Hij twijfelde nog even over hoe zijn pionnen moest neerzetten, maar deed dat volgens de boekjes, net als zijn tegenstander. Vijftig zetten doorspelen, dat doen we niet.
Rating | Rating | |||
---|---|---|---|---|
2051 | 2115 | 1 - 0 | ||
2006 | 2080 | ½ - ½ | ||
1961 | 1926 | ½ - ½ | ||
1937 | 1876 | ½ - ½ | ||
1884 | 1891 | ½ - ½ | ||
1797 | 1794 | 1 - 0 | ||
1879 | 1579 | 1 - 0 | ||
1768 | 1668 | ½ - ½ | ||
Gemiddelde Rating: | 1910 | Gemiddelde Rating: | 1866 | 5½-2½ |