In ronde 5 van de avondcompetitie stond de kraker tegen WLC op het programma. WLC speelde de afgelopen seizoenen steevast bovenin mee in het klassement, en ook dit jaar is dat niet anders. Na vier rondes hebben de Eindhovenaren, net als wij, nog geen matchpunt laten liggen. De winnaar van deze wedstrijd zet een reuzestap op weg naar het kampioenschap, de bijbehorende klok en natuurlijk de onmetelijke eer. Bij een gelijkspel zouden we alles nog in eigen hand hebben, want die drie extra bordpunten zouden dan weleens goed van pas kunnen komen.
Aangezien zowel Jordy als Sjoerd hun schaakheil ergens anders zochten (in respectievelijk Graz en Leiden), mocht er opzoek worden gegaan naar een andere speler om het team te komen versterken. Voor zijn vertrek naar Oostenrijk toverde teamleider Jordy nog een konijn uit de hoge hoed. Hij wist Alik Tikranian te verleiden om zijn KiNG-debuut te maken in de avondcompetitie. Een welkome versterking in deze kampioenswedstrijd.
Hoe verliep de avond? De partij op bord 3, tussen Eric de Moor (met zwart) en Rudy Simons, eindigde als eerst. Op voorhand een lastige loting voor Eric. Rudy is namelijk de man in vorm bij WLC, met een score van 4 uit 4 in de avondcompetitie. Met een zeer strakke partij wist Eric deze geoliede machine tot stilstand te brengen. We komen erin op zet 20.
De stelling is objectief in evenwicht. Wit heeft op beide kanten van het bord ruimtevoordeel, maar dit laat ook zwaktes achter. Daarom is het belangrijk voor hem om dreigingen in de stelling te vlechten, want als er rustig verder wordt geschaakt kan alleen zwart beter staan. Zetten als 21.g5? (21…Dxh3) en 21.f5 (21…Pf8) leveren weinig op. Interessanter is 21.Ph5 Lh4 22.f5 Pf8 en nu 23.Lxh6!? met voldoende compensatie voor het stuk, maar niet meer dan dat.
In de partij koos Rudy voor een op het oog logische zet. Er is nog één stuk dat niet meespeelt, de toren op a1. En er is één open lijn op het bord, de e-lijn. De stelling lijkt dus te vragen om 21.Tae1, wat ook gespeeld werd. Dit is echter een serieuze (positionele) fout. Met 21…Lh4! neemt Eric de teugels stevig in handen, en die laat hij de rest van de partij niet meer vieren. De (positionele) problemen stapelen zich op voor wit. Na 22.Lf2 Lxg3 23.Lxg3 wordt duidelijk waarom.
Het was, vanwege het ruimtenadeel, al gunstig voor zwart om lichte stukken te ruilen. Maar de ruil van de zwarte loper tegen het witte paard is helemaal een droomscenario. Zonder het paard op g3 is veld e4 namelijk extra zwak. Eric maakte daar meteen gebruik van met 23…f5!. Geen tijd te verliezen, want Rudy stond op het punt om zelf f4-f5 te spelen (met een betere stelling). Nu zit wit opgescheept met een slechte loper op g3, en heeft zwart een mooie outpost op e4 om zijn torens te verdubbelen. Eric gaf zijn tegenstander geen kans meer in het restant van de partij.
Een belangrijk punt in de wedstrijd. Alik volgde dit goede voorbeeld. Hij speelde (met zwart) op bord 1 tegen Thomas Kools. In de opening ruilde Alik zijn lopers voor de witte paarden. Geen onvoordelige ruil, omdat alle pionnen nog op het bord stonden. De gefianchetteerde lopers van Thomas keken tegen een witte pion op e4 en een zwarte pion op e5 aan. Ondertussen had Alik een sterk veld gecreëerd op f4 voor een van zijn paarden.
De opening was duidelijk voor Alik, maar in het vervolg van de partij rechtte Thomas zijn rug. Het centrum werd opengebroken met c2-c3 en d3-d4 en de slechte witveldige loper werd geruild tegen een zwart paard. Net toen het ergste achter de rug leek voor Thomas, ging het alsnog fout. Alik wist zijn stelling te consolideren, ging op pionnenjacht op de koningsvleugel en uiteindelijk bleek zijn vrije h-pion niet meer te stoppen. Een prima partij van Alik en het eerste matchpunt was binnen.
En hoe zat het met het tweede matchpunt? Daar hoefde niet lang op gewacht te worden. Op bord 2 speelde ik (met wit) tegen Sascha Kurt. Kort nadat Alik had gewonnen, bood Sascha remise aan. Ik had weinig redenen om dat aanbod te weigeren. Een halfje was immers genoeg voor de teamoverwinning. En hoewel de stelling in evenwicht was, moest ik nog een aantal nauwkeurige zetten vinden om dat zo te houden. Mijn kansen op meer waren inmiddels verkeken. Daarvoor moeten we terug naar het middenspel.
In de opening heb ik een pion geofferd voor het initiatief. Het centrum biedt in combinatie met het loperpaar voldoende compensatie, maar ook niet meer dan dat. Toch was ik niet ontevreden, omdat de witte stelling wat makkelijker speelt. De partij ging verder met 17.La3 De8 18.Txf6!?. Sascha sloeg uiteraard niet terug op f6, want de stelling na 18…gxf6 19.Pe4 Kg7 20.Dc3! (en Tf1) is niet te redden voor zwart. Beter is het gespeelde 18...hxg5.
Hier heb ik lang nagedacht over het torrenoffer 19.Taf1 gxf6 20.Txf6. Op het eerste gezicht best kansrijk, omdat zwart weinig stukken heeft om zijn koning te verdedigen. De dreiging is e3-e4 gevolgd door Dxg5+ en spoedig mat. Maar zwart hoeft natuurlijk niet stil te zitten in de tussentijd. Hij heeft twee opties. De manoeuvre 20…Pe7 21.e4 Pg6 (21…Df8 is beter) is niet voldoende om de meubelen te redden, vanwege 22.Dxg5 gevolgd door h2-h4-h5. Het grootste probleem tijdens de partij was echter 20…Kg7. Ik zag geen goede voortzetting voor wit, omdat 21.e4 Kxf6 22.e5+ Kg6 23.Le4+ f5 niet werkt. Wat ik heb gemist, is dat 21.Df2 (in plaats van 21.e4) toch mogelijk was.
Na 21…Pe7 gevolgd door …Pf5 of …Pg8 dacht ik dat de witte aanval afgeslagen was. Wit kan echter 22.h4! spelen. Zowel na 22…Pf5 als na 22…Pg8 volgt 23.hxg5. En op 22…gxh4 komt 23.Ld6!. Niet zo makkelijk allemaal, en zwart heeft in de diagramstelling een hoop speelbare zetten. Veel van die zetten leiden tot 0.00. Een typische computervariant is 21…Pe5!? 22.dxe5 Lc6 en nu 23.Ld5!? met (blijkbaar) remise. Dat de objectieve beoordeling van het torenoffer 0.00 is doet verder ook niet ter zake, in de praktijk zijn er genoeg kansen (voor beide spelers!) om de fout in te gaan.
Uiteindelijk bleven al deze varianten onder de oppervlakte verscholen, omdat ik in de stelling na 18…hxg5 verder ging met het “normale” 19.Tf2. Sascha gaf in het vervolg van de partij geen krimp en het eindigde dus in remise.
Als laatste was Koen Haast bezig. Hij mocht het op bord 4 (met wit) opnemen tegen Robert Klomp. De opening verliep zoals we gewend zijn van Koen. Robert investeerde de nodige tijd om schadevrij het middenspel te bereiken. Dat lukte, al werd hij hierbij geholpen doordat Koen met Ld3-b5 vrijwillig afstand deed van zijn witveldige loper. Toen Robert niet veel later een pion won, richtte Koen zijn pijlen op de zwarte koning. Dit leidde tot kansen op een gelijke stelling, die uiteindelijk niet verzilverd werden. Na een lang gevecht trok Robert terecht aan het langste eind.
Het bovenstaande resulteerde in een 2,5 – 1,5 overwinning voor KiNG. In de volgende ronde (ronde 6) staat de derby tegen De Drie Torens op het programma. Met 8 van de 10 matchpunten draait dit team een alleraardigst seizoen. We zijn gewaarschuwd!